De inspiratie voor deze expositie komt uit twee bronnen: de afbeeldingen op de grafstenen van de Lebuïnuskerk en mijn bahá'í-achtergrond.
Tijdens het wandelen door de kerk kwamen bij het zien van deze afbeeldingen bahá'í-teksten omhoog die ik ooit gelezen of gehoord had. Alle grafsteenafbeeldingen zijn zo nauwkeurig mogelijk overgenomen, de teksten zijn op een onopvallende manier in het beeld verwerkt. Onopvallend want deze Woorden van God zitten als een trilling door de hele schepping heen verweven. Ze vallen niet op, alleen misschien als je wat beter kijkt. De combinatie van deze twee elementen zorgt voor een nieuwe betekenis. Al is er in elk werk wel een intentie gelegd, toch staat de betekenis niet vast, zij wordt bepaald door wat het met de kijker doet.
De werken hangen in deze expositie op een zwarte achtergrond, daardoor komen de kleuren goed uit. Het materiaalgebruik heeft als basis acrylverf en strijkkralen.